19 maart 2013

Een klein plan met veel discussie

Iedereen in Gouda kent wel de watertoren. Overblijfsel van de stedelijke watervoorziening in de vorige eeuw. De watertoren heeft voor de watervoorziening geen functie meer. Er wordt tegenwoordig op de begane grond gewoond. Een goede zaak, want daarmee blijft dit karakteristieke gebouw voor onze stad behouden. Toch is het juist die woonfunctie die het bestuurlijk heel ingewikkeld maakt. Immers: er wordt gewoond tussen bedrijven die een zware milieu-categorie kennen: Croda, Sita en Compaxo. En dat betekent dat de functie wonen deze bedrijven zomaar in de weg kan zitten als het om hun uitbreidingswensen of bedrijfsvoeringswensen gaat. Gelet op het belang voor de werkgelegenheid van deze bedrijven moet dat worden voorkomen. Voor het wonen op de begane grond zijn intussen voorzieningen getroffen die een goed samengaan tussen de woon- en bedrijfsfunctie
mogelijk maken. Die situatie is tussen partijen geaccepteerd. Recent is door het College aan de gemeenteraad een bestemmingsplan voor de watertoren voorgelegd. Een plan met een plangebied dat uitsluitend het erf van de watertoren betreft. In het vakjargon heet dat een postzegelplan. In het voorgelegde bestemmingsplan wordt middels een zgn. wijzigingsbevoegdheid het wonen in de gehele toren mogelijk gemaakt. Een wijzigingsbevoegdheid houdt in, dat het College als aan voorwaarden is voldaan, de functie wonen aan de gehele toren kan toekennen.  De voorwaarden betreffen hier het aantonen dat de omringende bedrijven in hun belang door een woonfunctie voor de gehele toren niet worden geschaad. Het gaat daarbij vooral om geluidsbelasting op de torengevel door de bedrijven. Die mag niet meer dan een bepaald aantal decibel zijn. Is het aantal groter, dan moeten de bedrijven voorzieningen treffen die de geluidsbelasting tot de geaccepteerde waarde beperken. U begrijpt dat de bedrijven daarop niet zitten te wachten.

De discussie in de raad wordt intens als de eigenaar de raad verzoekt nu al in het bestemmingsplan de woonfunctie voor de gehele toren op te nemen. Hij wil het maar geregeld hebben. Ook al heeft hij nu geen concreet bouwplan. Hij gaat er van uit, dat de gevel van de watertoren door bouwkundige voorzieningen over de gehele hoogte "doof" is te maken en er dus geen consequenties voor de omliggende bedrijven zullen  zijn. Door hem aangereikte rapporten van deskundigen sterken hem in deze mening. Bovendien beroept hij zich op toezeggingen van eerder colleges. U begrijpt het: stof voor intense politieke discussie. Je laat het belang van een burger natuurlijk niet onderdoen voor dat van bedrijven.

De discussie wordt complex als blijkt dat vanwege wetgeving het aantal decibellen op de torengevel niet in een keer van 50 naar 60 kan worden verhoogd. Je moet dan in een bestemmingsplan eerst een stap van 50 naar 55 maken. Als je dus nu een woonfunctie zou toekennen aan de gehele toren, zou de geluidsbelasting op de toren max. 55 db mogen zijn. De bedrijven gaan echter voor 60 db. Dat wordt voor hen ook mogelijk gemaakt in het in voorbereiding zijnde bestemmingsplan voor het bedrijvengebied ten zuiden van de Schielands Hoge Zeedijk. Pas als dat bestemmingsplan is vastgesteld en in werking treedt, kan je de woonfunctie voor de gehele toren vrijgeven. Een concreet bouwplan moet dan laten zien dat het wonen in de gehele toren geen hinder van de geluidsbelasting van 60 db ondervindt. Er is dus een twee fasen procedure nodig om tot de gewenste woonfunctie voor de gehele toren te komen. Overigens een knap staaltje van planologische regelgeving die uitersten van belangen verenigt. Ik heb het een "huzarenstukje" genoemd.

De politieke discussie had als ingrediënten: de hardheid en inhoud van de in het verleden gedane toezegging, de juistheid van de gevolgde stappen, het in de toekomst toepassen van de opgenomen wijzigingsbevoegdheid (kunnen we daar wel op aan?), het kan toch nu ook al als de gevel toch doof is?, waarom belang bedrijven boven die van deze burger?, laten we de onzekerheid wegnemen door  nu gewoon die functie toe te kennen, etc. Onze fractie heeft primair voor het belang van de bedrijven gekozen. Secundair voor dat van de eigenaar van de watertoren. Die zal gewoon geduld moeten hebben tot de regelgeving is afgerond. Daarna kan hij een beroep doen op de wijzigingsbevoegdheid. Nu al wonen voor de gehele toren opnemen in het bestemmingsplan zou de bedrijven in de verleiding brengen een bezwaarschrift in te dienen. Dat zou het belang van de toreneigenaar echt schaden. En bovendien leiden tot verscherping van de verhoudingen. Uiteindelijk heeft de meerderheid van de raad het collegevoorstel gevolgd. Vooral de toezegging van de wethouder dat hij van de wijzigingsbevoegdheid gebruik zal maken als aan alle voorwaarden is voldaan, speelde daarbij een belangrijke rol. Daarmee werd een boeiende discussie van ruim 2,5 uur afgerond.

W. van der Hoeven