12 juli 2013

Koopzondagen

Op 3 juli stemde de raad over het initiatiefvoorstel van PvdA en D66 m.b.t. de koopzondagen. Concreet hield dit voorstel het schrappen van de toerismebepaling in, die het aantal koopzondagen beperkt tot 12 per jaar.

Tevens zou het college dan initiatieven moeten ondernemen om de verruiming van het aantal koopzondagen mogelijk te maken. Hiertoe hadden PvdA en D66 een amendement ingediend op hun eigen initiatiefvoorstel , wat op zichzelf al opmerkelijk was. Dit amendement hield in dat het aantal nu vastgestelde koopzondagen werd uitgebreid naar 15 maar voor supermarkten etc. naar alle zondagen per jaar.

In de vergadering moest allereerst gestemd worden over wat technische aanpassingen van de Winkeltijdenverordening. Deze werden aanvaard. Vervolgens werd over het amendement van PvdA en D66 gestemd en deze werd verworpen, omdat volgens een meerderheid 15 koopzondagen toch te beperkend is en men wil juist, conform de heersende liberale gedachte, alle vrijheid voor alle ondernemers. Het initiatiefvoorstel werd om die reden met een nipte meerderheid van 17 stemmen voor en 16 tegen aanvaard. Hierbij moet nog worden opgemerkt dat er 2 raadsleden afwezig waren waar van 1 voorstander en 1 tegenstander.

Fractievoorzitter Arjan Versteeg heeft voorafgaande over de stemming nog de volgende stemverklaring afgelegd: 'De SGP stemt tegen het initiatiefvoorstel van PvdA en D66 om principiële redenen. Voor ons is de zondag Gods dag, sterker nog wij geloven dat we elke dag van Hem krijgen. Wij leven in het besef dat er ooit geen dagen meer komen en hechten mede daarom aan de zondagsrust.'  

SGP, CDA, ChristenUnie, SP en G50+ dienden ook nog 2 moties in. De eerste om in de verordening vast te leggen dat winkels op zondag niet eerder dan 12 uur open mogen zijn. Hierbij heeft de SGP aangegeven dat zij in de basis tegen elke vorm van winkelopenstelling op zondag is. Maar de rijksoverheid heeft het wettelijk mogelijk gemaakt om alle zondagen open te zijn en het besluit daarover op het bordje van de gemeente heeft gelegd. Met dat in het achterhoofd acht zij zich verantwoordelijk voor de uitvoering van het beleid en wil hier waar mogelijk sturend in zijn. Deze motie is helaas verworpen.

Tot slot hebben dezelfde partijen nog een motie ingediend om, vooruitlopend op een definitief besluit door het college voor uitbreiding van het aantal koopzondagen, in gesprek te gaan met alle betrokkenen waaronder kleine ondernemers zonder personeel, de werknemers, winkeliers in winkelcentra ect. De tegenstanders van deze motie zagen de bui al hangen, nl. dat dit alleen maar vertragend zou werken en, zo beweerde men,het punt uit de motie stond al in het initiatiefvoorstel. De wethouder zei dat hij deze belangen op basis van geldende wet- en regelgeving sowieso moet meewegen en daarmee de motie toch al zou uitvoeren. Helaas haalde ook deze motie het niet.

Conclusie naar aanleiding van deze besluitvorming is, dat er in de praktijk voorlopig weinig zal veranderen vanwege de voorbereidingen die het college moet treffen en er mogelijk pas na de verkiezingen definitief knopen zullen worden doorgehakt.