25 september 2013

WMO

Het zal u bekend zijn, dat het Kabinet de wetgeving inzake de maatschappelijke ondersteuning drastisch aan het veranderen is. De huidige langdurige zorg is in Nederland op termijn onbetaalbaar. Daarom gaat het rijk m.i.v. 2015 taken op het zorggebied overhevelen naar de gemeente.

Een woord dat hierbij vaak gebruikt wordt is “kanteling”. Niet langer is het recht op een voorziening (bijv. een rolstoel, huishoudelijke hulp) uitgangspunt. Dit recht wordt gekanteld naar het zgn. compensatiebeginsel. De gemeente moet ondersteuning bieden  zodat mensen met beperkingen zodanig gecompenseerd worden dat ze een huishouding kunnen voeren, zich in en om de woning kunnen verplaatsen, zich lokaal kunnen verplaatsen en kunnen deelnemen aan het maatschappelijk verkeer. De ondersteuning compenseert de beperking.

Nieuwe uitgangspunten

Deze gekantelde werkwijze wordt in Gouda vastgelegd in een nieuwe Verordening  WMO die m.i.v. oktober 2013 van kracht wordt. In deze Verordening wordt geregeld  hoe de gemeente in de praktijk aan de nieuwe uitgangspunten vorm geeft. Daartoe zijn 8 concrete resultaten bepaald. In een intake-gesprek door een daarvoor goed opgeleide consulent met de burger die gemeld heeft dat hij/zij ondersteuning nodig heeft,  wordt nagegaan welke ondersteuning nodig is om tot de volgende concrete resultaten te komen: -een schoon en leefbaar huis; -wonen in een geschikt huis; -beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften; -beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding; -het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot  het gezin behoren; -zich verplaatsen in en om de woning;- zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel;-de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten.

Wat kunt u zelf? Wat doet uw familie?

De bepaalde ondersteuning wordt niet langer zonder meer door de gemeente verleend. Er wordt eerst gekeken wat de betreffende persoon nog zelf kan. Persoonlijke behoeften en kenmerken spelen daarbij een rol. Daarna wordt bekeken of de ondervonden moeilijkheden binnen de sociale kring van vrienden, familie en bekenden kan worden verholpen. Vervolgens wordt beoordeeld in hoeverre een beroep op voorliggende regelingen cq algemene voorzieningen kan worden gedaan. Zo ja, dan wordt daarnaar doorverwezen. Bijv.: maaltijdservice of collectief vervoer. Tenslotte wordt beoordeeld in hoeverre verstrekking van individuele voorzieningen het zorgprobleem kan compenseren.

Kern van de gekantelde werkwijze is dat uitgegaan wordt van eigen kracht en optimale zelfredzaamheid van de ondersteuningsvrager en dat er per ondersteuningsvrager één WMO-pakket wordt opgesteld. De gemeente zet individuele voorzieningen zoveel mogelijk om naar collectieve of algemene voorzieningen. Een voorbeeld: als er bepaald is dat er hulp nodig is bij het boodschappen doen, wordt verwezen naar de algemene  boodschappenservice. Er wordt dan geen WMO-ondersteuning gegeven. Voor vervoer zou verwezen worden naar de collectieve vervoersvoorziening.

Vrijwilligers

Voor het welslagen van deze manier van werken is het wezenlijk dat er voldoende vrijwilligers zijn om te worden ingezet voor boodschappenservice, een klussendienst, vriendschappelijk huisbezoek, etc. De gemeente gaat daarom investeren in het veiligstellen van de vrijwilligersinzet. Die overigens in Gouda al heel hoog is.

Nog iets over de hulp bij het huishouden. Als deze op basis van het gevoerde gesprek na de melding geïndiceerd is (er wordt dan dus hulp toegekend vanuit de WMO) kan de cliënt kiezen voor een natura-voorziening. De gemeente zorgt er dan voor dat zorg wordt geleverd door een van de door haar gecontracteerde zorgaanbieders. De cliënt kan echter ook kiezen voor hulp in de vorm van een PGB, een Persoonsgebonden Budget. Dan koopt de cliënt de hulp zelf in.

De gemeente beoordeelt bij een vraag om huishoudelijke hulp eerst of er tot het huishouden personen behoren die wel in staat zijn gebruikelijk huishoudelijk werk te verrichten. Als dat zo is, heeft deze zorg een verplichtend karakter. Er wordt ook vanuit gegaan dat thuiswonende kinderen een bijdrage kunnen leveren aan de huishoudelijke taken. De toe te kennen huishoudelijke hulp wordt overigens in tijd genormeerd. Het is mogelijk met het PGB familie/vrienden etc. te betalen voor geleverde huishoudelijke hulp. De vergoeding per uur is dan wel  substantieel lager dan wanneer een professional wordt ingezet.

Aanpak sluit aan bij SGP-visie

Ik heb geprobeerd in het bovenstaande de kern van de nieuwe WMO-verordening weer te geven. Voor degenen die er meer of concreter van willen weten, verwijs ik naar de website van de gemeente. Daar zijn de WMO-verordening en het protocol “Hulp bij het huishouden” te vinden.
In de gemeenteraad zijn de Verordening  en de bijbehorende documenten besproken. De SGP heeft geconstateerd dat de stukken volledig, helder en zeer toegankelijk zijn geschreven. Er is nog aandacht gevraagd voor de noodzaak dat het intake-gesprek op een goede  manier moet worden gevoerd. Daar hangt namelijk voor de zorgvrager heel veel van af. Met de uitgangspunten van het nieuwe WMO-beleid hebben wij graag ingestemd. Erkennen van zelfredzaamheid, uitgaan van eigen kracht en hulp aan de naaste als het nodig is zijn voluit bijbelse uitgangspunten. Een samenleving met minder overheid en meer  (vrijwillige) zorg voor elkaar wordt door de SGP al jaren gepropageerd. En  niet in het minst: ook wij  moeten onze verantwoordelijkheid nemen om de langdurige zorg betaalbaar te houden voor mensen die die echt nodig hebben.

De SGP-fractie constateert met tevredenheid dat in  haar achterban veel vrijwilligers elke dag ondersteuning geven aan de hulpbehoevende medemens. In Huize Winterdijk, via de NPV, via de Kerkelijke hulporganisaties, enz. De noodzaak om deze vorm van ondersteuning te continueren, uit te bouwen en wellicht ook op meer specifieke ondersteuningsvragen meer gezamenlijk aan te pakken, wordt in het licht van het nieuwe WMO-beleid alleen maar groter. Zo kunnen we ook hierdoor met elkaar aan de samenleving laten zien wat christen-zijn in de praktijk betekent.

Wim van der Hoeven